• Share
  • Magazine doorsturen
  • Contact
  • Zoeken in edities
  • Volledig scherm

  • Team Interactieve Media 2016
    Team Interactieve Media 2016
  • Jaarbeeld 2016 afdeling Genetica
    Jaarbeeld 2016 afdeling Genetica
  • Speerpunt Cancer Center
    Speerpunt Cancer Center
  • Jaarbeeld Urologie 2015
    Jaarbeeld Urologie 2015
  • Jaarbeeld Cardiologie 2015
    Jaarbeeld Cardiologie 2015
  • Annual Report Heart & Lungs 2015
    Annual Report Heart & Lungs 2015
  • Jaarbeeld Hart & Longen 2015
    Jaarbeeld Hart & Longen 2015
  • Duurzaamheidsverslag 2015, UMC Utrecht
    Duurzaamheidsverslag 2015, UMC Utrecht
  • Strategie facilitair bedrijf
    Strategie facilitair bedrijf
  • Jaarbeeld Cardiologie 2014
    Jaarbeeld Cardiologie 2014
  • Patient Centraal
    Patient Centraal
  • Jaarbeeld divisie Vrouw & Baby 13/14
    Jaarbeeld divisie Vrouw & Baby 13/14
  • Heart & Lungs in business, annual report 2014
    Heart & Lungs in business, annual report 2014
  • Hart & Longen in bedrijf, jaarbeeld 2014
    Hart & Longen in bedrijf, jaarbeeld 2014
  • Resultaten in balans
    Resultaten in balans
  • Jaarbeeld Cardiologie 2013
    Jaarbeeld Cardiologie 2013
  • Annual report Cardiology 2013
    Annual report Cardiology 2013
  • Jaarbeeld Cardiologie 2013 A4
    Jaarbeeld Cardiologie 2013 A4
  • Jaarbeeld Hart & Longen 2013
    Jaarbeeld Hart & Longen 2013
  • Annual report Heart & Lungs 2013
    Annual report Heart & Lungs 2013
  • Miskraam
    Miskraam
  • Weer thuis na de bevalling
    Weer thuis na de bevalling
  • Prenataalonderzoek
    Prenataalonderzoek
  • Voeding voor uw baby
    Voeding voor uw baby
  • testen op HIV
    testen op HIV
  • zwangerschaps cholestase
    zwangerschaps cholestase
  • Rechten in de zorg
    Rechten in de zorg
  • Geboortecentrum
    Geboortecentrum
  • Zwangerschap & Bevalling in het UMC Utrecht
    Zwangerschap & Bevalling in het UMC Utrecht
  • schildklierafwijkingen in de zwangerschap
    schildklierafwijkingen in de zwangerschap
  • Anesthesie bij de keizersnede
    Anesthesie bij de keizersnede
  • zwanger en een hoge body-mass index (BMI)
    zwanger en een hoge body-mass index (BMI)
  • bloedverlies tijdens de gevorderde zwangerschap
    bloedverlies tijdens de gevorderde zwangerschap
  • Sterilisatie
    Sterilisatie
  • SSRI medicatie tijdens en na de zwangerschap
    SSRI medicatie tijdens en na de zwangerschap
  • De baby voelen bewegen
    De baby voelen bewegen
  • Zwanger van een te kleine baby
    Zwanger van een te kleine baby
  • Serotien, zwangerschap van 40 weken en meer
    Serotien, zwangerschap van 40 weken en meer
  • alcohol, roken en drugs tijdens de zwangerschap
    alcohol, roken en drugs tijdens de zwangerschap
  • Bekkenpijn, bekkeninstabiliteit tijdens de zwangerschap
    Bekkenpijn, bekkeninstabiliteit tijdens de zwangerschap
  • Tweelingzwangerschap en andere meerlingen
    Tweelingzwangerschap en andere meerlingen
  • Totaalruptuur
    Totaalruptuur
  • myomen  ( tijdens de zwangerschap)
    myomen ( tijdens de zwangerschap)
  • Prematuren weeën en premature geboorte
    Prematuren weeën en premature geboorte
  • Zwanger en diabetes
    Zwanger en diabetes
  • Vaginale kunstverlossing
    Vaginale kunstverlossing
  • Stuitligging en versie
    Stuitligging en versie
  • Bloedgroep, rhesus factor en irregulaire antistoffen
    Bloedgroep, rhesus factor en irregulaire antistoffen
  • zwangerschap beïndiging onder de 24 weken
    zwangerschap beïndiging onder de 24 weken
  • Echoscopie tijdens de zwangerschap
    Echoscopie tijdens de zwangerschap
  • Maatschappelijkwerk in het WKZ geboortecentrum
    Maatschappelijkwerk in het WKZ geboortecentrum
  • Verlies van uw baby
    Verlies van uw baby
  • Obductie
    Obductie
  • Groep-B streptokok in de zwangerschap
    Groep-B streptokok in de zwangerschap
  • Wanneer contact opnemen, en wat mee te nemen als de bevalling begint.
    Wanneer contact opnemen, en wat mee te nemen als de bevalling begint.
  • Pijnbestrijding tijdens de bevalling met medicijnen
    Pijnbestrijding tijdens de bevalling met medicijnen
  • Voeding voor de zwangere
    Voeding voor de zwangere
  • Gebroken vliezen bij een zwangerschap
    Gebroken vliezen bij een zwangerschap
  • Hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap
    Hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap
  • Inleiding van de bevalling
    Inleiding van de bevalling
  • Keizersnede
    Keizersnede
  • Opname op verloskunde
    Opname op verloskunde
  • Overplaatsing van de IC of HC naar de MC
    Overplaatsing van de IC of HC naar de MC
  • Rickham reservoir
    Rickham reservoir
  • MRI
    MRI
  • VP drain
    VP drain
  • Fototherapie
    Fototherapie
  • Richtlijnen en adviezen bij ontslag naar huis
    Richtlijnen en adviezen bij ontslag naar huis
  • Sepsis
    Sepsis
  • Bronchopulmonale dysplasie
    Bronchopulmonale dysplasie
  • Hersenbloeding bij een pasgeborene
    Hersenbloeding bij een pasgeborene
  • IRDS
    IRDS
  • Meconiumaspiratiesyndroom
    Meconiumaspiratiesyndroom
  • Necrotiserende enterocolitis
    Necrotiserende enterocolitis
  • Neonatale convulsies
    Neonatale convulsies
  • Open ductus Botalli
    Open ductus Botalli
  • Persisterende pulmonale hypertensie
    Persisterende pulmonale hypertensie
  • Post-hemorrhagische ventrikel dilatatie
    Post-hemorrhagische ventrikel dilatatie
  • Prematuren retinopathie (rop)
    Prematuren retinopathie (rop)
  • Prematuriteit
    Prematuriteit
  • Koeling
    Koeling
  • Overplaatsing van NICU naar afdeling Kikker
    Overplaatsing van NICU naar afdeling Kikker
  • Levensoriëntatie & Geestelijke Verzorging
    Levensoriëntatie & Geestelijke Verzorging
  • Aangepaste bezoektijden
    Aangepaste bezoektijden
  • Opening OK-centrum
    Opening OK-centrum
  • Beter in je lijf, beter in je hoofd
    Beter in je lijf, beter in je hoofd
  • Onderzoek afdeling psychiatrie
    Onderzoek afdeling psychiatrie
  • Kwaliteitsstatuut Psychiatrie patientenversie
    Kwaliteitsstatuut Psychiatrie patientenversie
  • Poli Ontwikkelingsstoornissen
    Poli Ontwikkelingsstoornissen
  • Zorgprogramma Prikkelverwerking
    Zorgprogramma Prikkelverwerking
  • Elektroconvulsietherapie
    Elektroconvulsietherapie
  • Richtlijn Suïcide-preventie
    Richtlijn Suïcide-preventie
  • Polikliniek afdeling Psychiatrie
    Polikliniek afdeling Psychiatrie
  • Dagdiagnostiek polikliniek Neuromusculaire Ziekten
    Dagdiagnostiek polikliniek Neuromusculaire Ziekten
  • Stemmen horen Jeugd
    Stemmen horen Jeugd
  • Verpleegafdeling Affectieve en psychotische stoornissen
    Verpleegafdeling Affectieve en psychotische stoornissen
  • Fysiotherapie bij cervicale wervelkolomchirurgie
    Fysiotherapie bij cervicale wervelkolomchirurgie
  • Fysiotherapie bij lumbale wervelkolomchirurgie
    Fysiotherapie bij lumbale wervelkolomchirurgie
  • Stemmen horen
    Stemmen horen
  • Wervelkolomchirurgie
    Wervelkolomchirurgie
  • Zorglijn A2 Acuut en Intensief Jeugd
    Zorglijn A2 Acuut en Intensief Jeugd
  • Hersentumor
    Hersentumor
  • Klinische behandeling bij ontwikkelingsstoornissen
    Klinische behandeling bij ontwikkelingsstoornissen
  • Traumatisch hoofdletsel
    Traumatisch hoofdletsel
  • Medicatie bij ADHD
    Medicatie bij ADHD
  • Vaktherapie psychiatrie
    Vaktherapie psychiatrie
  • Zorglijn ontwikkelingsstoornissen
    Zorglijn ontwikkelingsstoornissen
  • ADHD en ASS voor het onderwijs
    ADHD en ASS voor het onderwijs
  • ODD en CD bij Kinderen
    ODD en CD bij Kinderen
  • Hersenbloeding
    Hersenbloeding
  • Autisme
    Autisme
  • Epilepsiechirurgie bij kinderen
    Epilepsiechirurgie bij kinderen
  • ADHD
    ADHD
  • Hersencentrum_Zorg en revalidatie na een Herseninfarct
    Hersencentrum_Zorg en revalidatie na een Herseninfarct
  • Jaaroverzicht Hersenen 2016
    Jaaroverzicht Hersenen 2016
  • Beleidsplan 2016 Afdeling Psychiatrie
    Beleidsplan 2016 Afdeling Psychiatrie
  • Jaarbeeld Hersenen 2015
    Jaarbeeld Hersenen 2015
  • Verpleegkundige kwaliteitsindicatoren
    Verpleegkundige kwaliteitsindicatoren
  • Jaaroverzicht 2014
    Jaaroverzicht 2014
  • Jaaroverzicht 2013
    Jaaroverzicht 2013
  • Geboortecentrum
    Geboortecentrum
  • Neonatologie Intensive Care
    Neonatologie Intensive Care
  • Neonatologie High Care
    Neonatologie High Care
  • Neonatologie Medium Care
    Neonatologie Medium Care
  • Zwangerschap & Bevalling in het UMC Utrecht
    Zwangerschap & Bevalling in het UMC Utrecht
  • Telebaby
    Telebaby
  • Borstvoeding
    Borstvoeding
  • Ontwikkelingsgerichte zorg
    Ontwikkelingsgerichte zorg
  • Rechten in de zorg
    Rechten in de zorg
  • Wall of Fame
    Wall of Fame
  • Verhalen uit het Geboortecentrum
    Verhalen uit het Geboortecentrum
  • Flesvoeding
    Flesvoeding
  • Wasvoorschriften voor ouders
    Wasvoorschriften voor ouders
  • Rotavirus vaccinatie
    Rotavirus vaccinatie
  • Publicaties
  • Geboortecentrumfolders
  • OpeningGOK
  • Hersencentrum
  • divisiehersenen
  • geboortecentrum

6

Inleiding van de
bevalling

Wie zijn er bij de bevalling?

 

Omdat er een medische reden bestaat om de bevalling in te leiden, krijg je een medische indicatie om in het ziekenhuis te bevallen. Over het algemeen begeleidt de arts-assistent in opleiding tot gynaecoloog de bevalling of een medisch verloskundige. Op het verloscentrum heeft een gynaecoloog de eindverantwoordelijkheid en zal zonodig bij je bevalling geroepen worden door de arts- assistent of medisch verloskundige. In het UMC Utrecht zijn er naast verpleegkundigen ook leerling-verpleegkundigen, kraamverzorgenden of co-assistenten (medische studenten) aanwezig. Deze zullen op de dag van de bevalling aan je voorgesteld worden.

 

Risico’s en complicaties.

 

Bij elke bevalling kunnen complicaties optreden, of de bevalling nu wordt ingeleid of niet. We bespreken hier een aantal complicaties die met een inleiding kunnen samenhangen.

 

- langdurige bevalling: Als er begonnen wordt met de inleiding terwijl de baarmoedermond nog niet goed rijp is, bestaat er een grotere kans op een (zeer) langdurige bevalling. Soms wordt er dan geen volledige ontsluiting bereikt en is een keizersnede noodzakelijk.

-hyperstimulatie: hierbij komen er te veel weeën te snel achter elkaar. Als dit lang duurt kan zuurstofgebrek bij de baby optreden. Meestal is het mogelijk hyperstimulatie te verhelpen door de stand van de infuuspomp te verlagen. Soms is een weeën-remmend medicijn noodzakelijk. Daardoor keren de weeën weer met normale pauzes terug.

-‘sneuvelen’ van het infuus: vrouwen vinden het vaak vervelend als er opnieuw een naaldje in de hand of in de arm ingebracht moet worden.

-infectie van de baarmoeder: Als de vliezen gedurende lange tijd gebroken zijn, is er een iets groter risico op een infectie van de baarmoeder tijdens en na de bevalling.

-ontsteking op het hoofd van het kind: bij een inleiding wordt er een draadje in de hoofdhuid van de baby geplaatst om de harttonen te registreren (schedel-elektrode). Een enkele keer ontstaat een ontsteking op de plaats waar de elektrode is geplaatst. Dit is niet ernstig, maar wel vervelend voor je kindje.

-verhoogd risico op een kunstverlossing? De meeste inleidingen verlopen zonder complicaties en de risico’s van een ingeleide bevalling zijn meestal niet groter dan die van een normale bevalling. Wel is het noodzakelijk dat een inleiding onder goede controle en begeleiding plaatsvindt.

 

Tot slot een opmerking over de veelgehoorde opvatting dat een ingeleide bevalling pijnlijker zou zijn dan een normale bevalling. Dit is moeilijk te bewijzen, omdat geen twee bevallingen hetzelfde zijn.

Bij elke bevalling kunnen complicaties optreden, of de bevalling nu wordt ingeleid of niet. We bespreken hier een aantal complicaties die met een inleiding kunnen samenhangen.

 

Nuttige informatie en adressen .

Heb je nog vragen naar aanleiding van deze folder dan kun je contact opnemen met de verpleegkundigen van het verpleegkundig -spreekuur, telefoonnummer 088 75 544 34 of met je verloskundige/gynaecoloog. Zij zijn bereikbaar tijdens kantoortijden via de polikliniek op telefoonnummer 088 75 540 10 of buiten kantoortijden via het verloscentrum op telefoonnummer 088 75 589 10.

 

Deze informatie is overgenomen vanuit de NVOG patiënten informatie folder: inleiden van de bevalling, met aanpassingen die gelden voor het WKZ Geboortecentrum.

Voor meer informatie klik hier

 

 

Na de bevalling

 

Na de geboorte kijkt de gynaecoloog of verloskundige je kind na. Als daar een reden voor is, doet de kinderarts dit. Meestal kun je binnen 24 uur weer naar huis. Vaak is dit de volgende ochtend om 10:00 uur. Soms adviseren we om langer te blijven, zoals bij langdurig gebroken vliezen of bij suikerziekte. Jij en/of je kind wordt dan nog één of enkele dagen in het ziekenhuis geobserveerd. Wanneer je kind wordt opgenomen op de afdeling neonatologie mag je 24 uur per dag je kind bezoeken in overleg met de neonatologie verpleegkundige. Je mag, wanneer je kind is opgenomen is, zelf nog twee dagen na de bevalling in het ziekenhuis blijven . Dit is een richtlijn van het WKZ Geboortecentrum. Het is verstandig om contact op te nemen met je ziektekostenverzekeraar of deze kosten ook daadwerkelijk door de verzekeraar vergoed worden.

De bevalling

 

Het op gang brengen van de weeën gebeurt vaak door middel van het breken van de vliezen bij het vaginaal toucher. Wanneer er voldoende ontsluiting is plaatst de verloskundige of gynaecoloog een draadje op het hoofdje van je kind. Dit draadje wordt een schedelelektrode genoemd en hiermee kan de hartslag van je kind gemeten worden tijdens de bevalling ook wanneer de weeën sterker worden. Voor het breken van de vliezen brengt de verloskundige of gynaecoloog een infuus in. Bij het prikken van een infuus wordt een ader in hand of arm aangeprikt waarbij een dun soepel buisje wordt geplaatst, de naald wordt verwijderd en het soepele buisje blijft achter. Via een infuus kan vocht en medicatie worden toegediend. Via een infuuspomp krijg je het hormoon oxytocine om de weeën op gang te brengen. De dosering gaat stapsgewijs omhoog. Geleidelijk beginnen dan de weeën.

 

Controle van het kind en van de weeën.

Tijdens een inleiding wordt je kind continue gecontroleerd door middel van een CTG (Cardio Toco Grafie, de hartslag en de weeën worden geregistreerd). Een CTG registeren kan uitwendig, via twee elastieken banden en een geluidselektrode op de buik. Voorkeur in het WKZ Geboortecentrum gaat uit naar inwendige registratie met een schedelelektrode omdat je tijdens de weeën dan niet wordt gehinderd door elastiek om je buik en de registratie van de harttonen ook tijdens hevige weeën goed blijft gaan. Naast een schedelelektrode kan de verloskundige of gynaecoloog een drukkatheter in de baarmoeder inbrengen om de sterkte van de weeën te meten. Dit is een dun slangetje wat tussen de wand van uw baarmoeder en de baby wordt geschoven. Dit wordt gedaan tijdens een vaginaal toucher. Veelal laat de verloskundige/gynaecoloog dit achterwege of registreert men de weeën met een band om de buik.

 

Hoe gaat de bevalling verder?

Na het starten van de inleiding is het verloop in principe hetzelfde als bij een ‘normale’ bevalling. De weeën worden langzamerhand heviger en pijnlijker.

Over het algemeen heb je de vrijheid om de weeën op je eigen manier op te vangen: zittend in een stoel, staand naast het bed, of liggend of zittend in bed.

 

De uitdrijving (het persen) en de geboorte van het kind en de moederkoek gaan niet anders dan bij een ‘normale’ bevalling. Hoelang de bevalling gaat duren is moeilijk te voorspellen. Naarmate de baarmoedermond rijper is, gaat de ontsluiting vaak sneller. Ook gaat de bevalling van een tweede of volgend kind meestal spoediger dan die van een eerste.

 

Zijn de ontsluitingsweeën te pijnlijk, dan kun je om pijnstilling vragen. Tussen de het moment van je verzoek om pijnstilling en het daadwerkelijk baat hebben van de pijnstilling duurt vaak wel een uur. Bespreek daarom op tijd je verzoek om pijnstilling met je verloskundige of gynaecoloog. Zij kunnen je vaak ook belangrijke adviezen geven om de weeën weer op te vangen of over de pijnstilling.

Wanneer is een inleiding mogelijk?

 

Een inleiding is pas mogelijk als de baarmoedermond al een beetje open en verweekt is. Verloskundigen en gynaecologen gebruiken hiervoor de term ‘rijpheid’. Een onrijpe baarmoedermond is nog lang en voelt stevig aan. Dit noemt men een ‘staande portio’ (portio is het medische woord voor baarmoedermond). Meestal is er nog geen ontsluiting. Een rijpe baarmoedermond is over het algemeen korter. Men spreekt dan over een ‘verstreken portio’. Deze voelt ook weker aan en vaak is er al wat ontsluiting. In dat geval is het mogelijk een inleiding af te spreken.

 

Als de baarmoedermond onrijp is.

Wanneer de baarmoedermond onrijp is en er toch een dwingende reden is om de bevalling op gang te brengen, kan de gynaecoloog adviseren de baarmoedermond ‘rijp’ te maken. In medische termen spreekt men dan van ‘primen’ (Engels voor voorbereiden).

 

Methoden om de baarmoedermond rijp te maken (Primen) .

In het WKZ Geboortecentrum gebruiken we drie manieren van primen; het inbrengen van Misoprostol®, prostaglandine gel en de foleycatheter. Voordat het ‘primen’ begint wordt altijd eerst de conditie van de baby bepaald door middel van een CTG.

 

Misoprostol ®

Misoprostol® tabletten worden maximaal 3 keer per dag vaginaal ingebracht met tussenpozen van minimaal 4 uur. Elke keer voor het inbrengen wordt er een CTG gemaakt om de conditie van de baby te beoordelen. Als na 2 dagen blijkt dat deze manier niet voldoende resultaat heeft gebracht kan overwogen worden om een andere manier van primen te kiezen.

 

Prostaglandinen

Een gel inbrengen met prostaglandinen kan dan een volgende stap zijn. In deze gel zitten hormonen die de rijpheid van de baarmoedermond bevorderen. De gel wordt ingebracht tijdens het vaginale toucher (onderzoek om te voelen naar de ontsluiting). Prostaglandinen maken niet alleen de baarmoedermond rijp, maar kunnen ook weeën veroorzaken. Vaak ontstaan er na het inbrengen harde buiken. Dit zijn meestal nog geen weeën. We spreken pas van weeën als er ontsluiting ontstaat. Soms gaan de harde buiken wel over in weeën en komt de bevalling spontaan op gang, dan is verder medisch ingrijpen vaak niet meer nodig.

 

Foleycatheter

Primen met een foleycatheter is ook een manier om de baarmoedermond rijp te maken. Er wordt een foleycatheter (katheterslang met een ballon dat gevuld kan worden met water)in de baarmoedermond geplaatst. De ballon wordt gevuld met 30- 50 ml water. Het inbrengen van een foleycatheter wordt gedaan tijdens inwendig - of speculum onderzoek.

 

Na het inbrengen van de Misoprostol®, de gel of de foleycatheter controleert de verpleegkundige de conditie van je kind met behulp van een CTG. We vragen je na het inbrengen een uur te blijven liggen. Zeker bij een erg onrijpe baarmoedermond is het soms nodig de behandeling te herhalen. Wanneer je u gedurende twee dagen bent behandeld met één van de manieren om te primen manier, kan er besloten worden om een rustdag te plannen om daarna weer verder te gaan om de baarmoeder verder te laten rijpen. Bij het primen kan er bloedverlies optreden. Dit is niet gevaarlijk voor jou of je baby.

Redenen waarom een bevalling ingeleid

wordt.

 

De gynaecoloog adviseert een inleiding als hij of zij verwacht dat de situatie voor je kind buiten de baarmoeder gunstiger zal zijn dan daarbinnen. De bevalling wordt opgewekt op een tijdstip dat de conditie van je kind goed genoeg is om een normale bevalling te doorstaan. Ook kan een reden zijn dat je zelf ziek bent en het beter is de zwangerschap in te leiden zodat een verdere verslechtering van je je conditie wordt voorkomen.

 

Wanneer je ‘over tijd bent’

Als je twee weken na de uitgerekende datum niet bevallen bent, spreekt we van ‘over tijd’ zijn. Je bent dan 42 weken of langer zwanger. De medische term hiervoor is serotiniteit. Vanaf 41 weken zwangerschap worden jij u en je kind extra gecontroleerd door de gynaecoloog en wordt met je besproken of en wanneer je in aanmerking komt voor een inleiding. De gynaecoloog beoordeelt o.a. de hoeveelheid vruchtwater door middel van echoscopisch onderzoek en er wordt een CTG (cardiotocogram) gemaakt;, een registratie van de harttonen van de baby. Als uit deze onderzoeken blijkt dat de conditie van het kind achteruitgaat, kan de gynaecoloog adviseren de bevalling in te leiden.

 

Langdurig gebroken vliezen.

Het breken van de vliezen kan het eerste teken zijn van het begin van de bevalling. Als de vliezen langer dan 24 uur gebroken zijn, spreken we van langdurig gebroken vliezen. De bevalling kan alsnog uit zichzelf op gang komen. De bevalling vindt plaats in het ziekenhuis omdat er meer kans op een infectie bestaat. Als de vliezen langer dan drie dagen gebroken zijn bij een voldragen zwangerschap, is er weinig kans dat de weeën nog spontaan op gang komen. De gynaecoloog adviseert meestal een inleiding tussen 24 uur en drie dagen na het breken van de vliezen. Als de vliezen voor de 37e zwangerschapsweek breken, wachten we vaak langer met een inleiding zolang er geen tekenen van infectie zijn.

 

Groeivertraging van de baby.

Als de verloskundige of gynaecoloog vindt dat je baby minder goed groeit, onderzoeken we met een echo of dit inderdaad zo is. Ook weinig vruchtwater kan duiden op een klein of te klein kind. Regelmatige echo’s kunnen informatie geven over de verdere groei van het kind. Zo nodig vindt ook controle van de conditie van het kind plaats met een CTG. Bij onvoldoende groei of dreigende verslechtering van de conditie van je kind, kan de gynaecoloog een inleiding adviseren.

 

Achteruitgaan van de functie van de placenta .

De baby krijgt voeding en zuurstof via de placenta (moederkoek). Bij bijvoorbeeld een te hoge bloeddruk of suikerziekte tijdens de zwangerschap kan de placenta minder goed gaan functioneren. Als het dan voor het kind beter lijkt om geboren te worden, bespreekt de gynaecoloog een inleiding.

 

Andere redenen.

Er zijn nog veel andere redenen om een bevalling in te leiden. Deze kunnen te maken hebben met het verloop van de vorige bevalling of met andere bijkomende problemen tijdens de huidige zwangerschap. Twijfel je eraan of het echt nodig is de bevalling in te leiden, bespreek dit dan met de gynaecoloog.

Inleiding

 

Bij een inleiding wordt de bevalling kunstmatig op gang gebracht. Dit gebeurt met medicijnen die de weeën opwekken. Een inleiding vindt altijd plaats in het ziekenhuis onder verantwoordelijkheid van een medisch verloskundige of een gynaecoloog.

 

In het WKZ Geboortecentrum word je voor een inleiding verwacht op de verloskamers op de tweede etage in het WKZ, bouwdeel E2. Op de afgesproken dag bel je om 7.00 uur met het verloscentrum (088 75 589 10). Je hoort dan of er daadwerkelijk een verloskamer beschikbaar is. De standaard opnametijd is 8.00 uur.

 

Om te beoordelen of het mogelijk is de bevalling op gang te brengen, doet de gynaecoloog of verloskundige een inwendig onderzoek. Vaak gebeurt dit op de polikliniek. Je kunt op de dag van de inleiding dezelfde spullen meenemen als bij een gewone bevalling. Zie daarvoor de brochure "Wanneer contact opnemen en wat neemt je mee voor de bevalling ". Neem ook een boek, laptop of ander tijdverdrijf mee. De weeën laten soms enige tijd op zich wachten en afleiding kan dan plezierig zijn.

 

Bij een inleiding worden de weeën op gang gebracht en controleren we continue de conditie van je kind. De weeën kunnen alleen op gang worden gebracht bij een ‘rijpe ’ baarmoedermond. (zie hoofdstuk, wanneer is een inleiding mogelijk?)

Tot slot

Na de bevalling

De
bevalling

Wanneer
inleiden

Redenen van een
inleiding

Wat is een inleiding

  • MENU
  • 2 - 2
  • Share
Overzicht edities

Miskraam

Weer thuis na de bevalling

Beter in je lijf, beter in je hoofd

Prenataalonderzoek

Onderzoek afdeling psychiatrie

Kwaliteitsstatuut Psychiatrie patientenversie

Poli Ontwikkelingsstoornissen

Team Interactieve Media 2016

Jaarbeeld 2016 afdeling Genetica

Voeding voor uw baby

testen op HIV

Jaaroverzicht Hersenen 2016

Speerpunt Cancer Center

zwangerschaps cholestase

Jaarbeeld Urologie 2015

Jaarbeeld Cardiologie 2015

Rechten in de zorg

Geboortecentrum

Zwangerschap & Bevalling in het UMC Utrecht

schildklierafwijkingen in de zwangerschap

Anesthesie bij de keizersnede

Annual Report Heart & Lungs 2015

Jaarbeeld Hart & Longen 2015

Opening OK-centrum

Duurzaamheidsverslag 2015, UMC Utrecht

zwanger en een hoge body-mass index (BMI)

bloedverlies tijdens de gevorderde zwangerschap

Sterilisatie

SSRI medicatie tijdens en na de zwangerschap

De baby voelen bewegen

Zwanger van een te kleine baby

Beleidsplan 2016 Afdeling Psychiatrie

Jaarbeeld Hersenen 2015

Strategie facilitair bedrijf

Serotien, zwangerschap van 40 weken en meer

alcohol, roken en drugs tijdens de zwangerschap

Bekkenpijn, bekkeninstabiliteit tijdens de zwangerschap

Tweelingzwangerschap en andere meerlingen

Totaalruptuur

myomen ( tijdens de zwangerschap)

Zorgprogramma Prikkelverwerking

Jaarbeeld Cardiologie 2014

Prematuren weeën en premature geboorte

Zwanger en diabetes

Vaginale kunstverlossing

Stuitligging en versie

Patient Centraal

Bloedgroep, rhesus factor en irregulaire antistoffen

zwangerschap beïndiging onder de 24 weken

Echoscopie tijdens de zwangerschap

Maatschappelijkwerk in het WKZ geboortecentrum

Verlies van uw baby

Obductie

Groep-B streptokok in de zwangerschap

Wanneer contact opnemen, en wat mee te nemen als de bevalling begint.

Pijnbestrijding tijdens de bevalling met medicijnen

Voeding voor de zwangere

Jaarbeeld divisie Vrouw & Baby 13/14

Heart & Lungs in business, annual report 2014

Hart & Longen in bedrijf, jaarbeeld 2014

Gebroken vliezen bij een zwangerschap

Hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap

Inleiding van de bevalling

Keizersnede

Elektroconvulsietherapie

Richtlijn Suïcide-preventie

Opname op verloskunde

Polikliniek afdeling Psychiatrie

Overplaatsing van de IC of HC naar de MC

Rickham reservoir

MRI

VP drain

Fototherapie

Richtlijnen en adviezen bij ontslag naar huis

Sepsis

Bronchopulmonale dysplasie

Hersenbloeding bij een pasgeborene

IRDS

Meconiumaspiratiesyndroom

Necrotiserende enterocolitis

Neonatale convulsies

Open ductus Botalli

Persisterende pulmonale hypertensie

Post-hemorrhagische ventrikel dilatatie

Prematuren retinopathie (rop)

Prematuriteit

Geboortecentrum

Neonatologie Intensive Care

Neonatologie High Care

Neonatologie Medium Care

Zwangerschap & Bevalling in het UMC Utrecht

Telebaby

Borstvoeding

Ontwikkelingsgerichte zorg

Rechten in de zorg

Wall of Fame

Verpleegkundige kwaliteitsindicatoren

Dagdiagnostiek polikliniek Neuromusculaire Ziekten

Stemmen horen Jeugd

Verhalen uit het Geboortecentrum

Resultaten in balans

Jaaroverzicht 2014

Flesvoeding

Jaarbeeld Cardiologie 2013

Annual report Cardiology 2013

Jaarbeeld Cardiologie 2013 A4

Jaarbeeld Hart & Longen 2013

Annual report Heart & Lungs 2013

Verpleegafdeling Affectieve en psychotische stoornissen

Fysiotherapie bij cervicale wervelkolomchirurgie

Fysiotherapie bij lumbale wervelkolomchirurgie

Wasvoorschriften voor ouders

Stemmen horen

Wervelkolomchirurgie

Zorglijn A2 Acuut en Intensief Jeugd

Hersentumor

Klinische behandeling bij ontwikkelingsstoornissen

Koeling

Jaaroverzicht 2013

Traumatisch hoofdletsel

Medicatie bij ADHD

Vaktherapie psychiatrie

Zorglijn ontwikkelingsstoornissen

ADHD en ASS voor het onderwijs

Overplaatsing van NICU naar afdeling Kikker

ODD en CD bij Kinderen

Levensoriëntatie & Geestelijke Verzorging

Hersenbloeding

Autisme

Epilepsiechirurgie bij kinderen

ADHD

Hersencentrum_Zorg en revalidatie na een Herseninfarct

Aangepaste bezoektijden

Rotavirus vaccinatie