• Share
  • Magazine doorsturen
  • Contact
  • Zoeken in edities
  • Volledig scherm

  • Team Interactieve Media 2016
    Team Interactieve Media 2016
  • Jaarbeeld 2016 afdeling Genetica
    Jaarbeeld 2016 afdeling Genetica
  • Speerpunt Cancer Center
    Speerpunt Cancer Center
  • Jaarbeeld Urologie 2015
    Jaarbeeld Urologie 2015
  • Jaarbeeld Cardiologie 2015
    Jaarbeeld Cardiologie 2015
  • Annual Report Heart & Lungs 2015
    Annual Report Heart & Lungs 2015
  • Jaarbeeld Hart & Longen 2015
    Jaarbeeld Hart & Longen 2015
  • Duurzaamheidsverslag 2015, UMC Utrecht
    Duurzaamheidsverslag 2015, UMC Utrecht
  • Strategie facilitair bedrijf
    Strategie facilitair bedrijf
  • Jaarbeeld Cardiologie 2014
    Jaarbeeld Cardiologie 2014
  • Patient Centraal
    Patient Centraal
  • Jaarbeeld divisie Vrouw & Baby 13/14
    Jaarbeeld divisie Vrouw & Baby 13/14
  • Heart & Lungs in business, annual report 2014
    Heart & Lungs in business, annual report 2014
  • Hart & Longen in bedrijf, jaarbeeld 2014
    Hart & Longen in bedrijf, jaarbeeld 2014
  • Resultaten in balans
    Resultaten in balans
  • Jaarbeeld Cardiologie 2013
    Jaarbeeld Cardiologie 2013
  • Annual report Cardiology 2013
    Annual report Cardiology 2013
  • Jaarbeeld Cardiologie 2013 A4
    Jaarbeeld Cardiologie 2013 A4
  • Jaarbeeld Hart & Longen 2013
    Jaarbeeld Hart & Longen 2013
  • Annual report Heart & Lungs 2013
    Annual report Heart & Lungs 2013
  • Miskraam
    Miskraam
  • Weer thuis na de bevalling
    Weer thuis na de bevalling
  • Prenataalonderzoek
    Prenataalonderzoek
  • Voeding voor uw baby
    Voeding voor uw baby
  • testen op HIV
    testen op HIV
  • zwangerschaps cholestase
    zwangerschaps cholestase
  • Rechten in de zorg
    Rechten in de zorg
  • Geboortecentrum
    Geboortecentrum
  • Zwangerschap & Bevalling in het UMC Utrecht
    Zwangerschap & Bevalling in het UMC Utrecht
  • schildklierafwijkingen in de zwangerschap
    schildklierafwijkingen in de zwangerschap
  • Anesthesie bij de keizersnede
    Anesthesie bij de keizersnede
  • zwanger en een hoge body-mass index (BMI)
    zwanger en een hoge body-mass index (BMI)
  • bloedverlies tijdens de gevorderde zwangerschap
    bloedverlies tijdens de gevorderde zwangerschap
  • Sterilisatie
    Sterilisatie
  • SSRI medicatie tijdens en na de zwangerschap
    SSRI medicatie tijdens en na de zwangerschap
  • De baby voelen bewegen
    De baby voelen bewegen
  • Zwanger van een te kleine baby
    Zwanger van een te kleine baby
  • Serotien, zwangerschap van 40 weken en meer
    Serotien, zwangerschap van 40 weken en meer
  • alcohol, roken en drugs tijdens de zwangerschap
    alcohol, roken en drugs tijdens de zwangerschap
  • Bekkenpijn, bekkeninstabiliteit tijdens de zwangerschap
    Bekkenpijn, bekkeninstabiliteit tijdens de zwangerschap
  • Tweelingzwangerschap en andere meerlingen
    Tweelingzwangerschap en andere meerlingen
  • Totaalruptuur
    Totaalruptuur
  • myomen  ( tijdens de zwangerschap)
    myomen ( tijdens de zwangerschap)
  • Prematuren weeën en premature geboorte
    Prematuren weeën en premature geboorte
  • Zwanger en diabetes
    Zwanger en diabetes
  • Vaginale kunstverlossing
    Vaginale kunstverlossing
  • Stuitligging en versie
    Stuitligging en versie
  • Bloedgroep, rhesus factor en irregulaire antistoffen
    Bloedgroep, rhesus factor en irregulaire antistoffen
  • zwangerschap beïndiging onder de 24 weken
    zwangerschap beïndiging onder de 24 weken
  • Echoscopie tijdens de zwangerschap
    Echoscopie tijdens de zwangerschap
  • Maatschappelijkwerk in het WKZ geboortecentrum
    Maatschappelijkwerk in het WKZ geboortecentrum
  • Verlies van uw baby
    Verlies van uw baby
  • Obductie
    Obductie
  • Groep-B streptokok in de zwangerschap
    Groep-B streptokok in de zwangerschap
  • Wanneer contact opnemen, en wat mee te nemen als de bevalling begint.
    Wanneer contact opnemen, en wat mee te nemen als de bevalling begint.
  • Pijnbestrijding tijdens de bevalling met medicijnen
    Pijnbestrijding tijdens de bevalling met medicijnen
  • Voeding voor de zwangere
    Voeding voor de zwangere
  • Gebroken vliezen bij een zwangerschap
    Gebroken vliezen bij een zwangerschap
  • Hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap
    Hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap
  • Inleiding van de bevalling
    Inleiding van de bevalling
  • Keizersnede
    Keizersnede
  • Opname op verloskunde
    Opname op verloskunde
  • Overplaatsing van de IC of HC naar de MC
    Overplaatsing van de IC of HC naar de MC
  • Rickham reservoir
    Rickham reservoir
  • MRI
    MRI
  • VP drain
    VP drain
  • Fototherapie
    Fototherapie
  • Richtlijnen en adviezen bij ontslag naar huis
    Richtlijnen en adviezen bij ontslag naar huis
  • Sepsis
    Sepsis
  • Bronchopulmonale dysplasie
    Bronchopulmonale dysplasie
  • Hersenbloeding bij een pasgeborene
    Hersenbloeding bij een pasgeborene
  • IRDS
    IRDS
  • Meconiumaspiratiesyndroom
    Meconiumaspiratiesyndroom
  • Necrotiserende enterocolitis
    Necrotiserende enterocolitis
  • Neonatale convulsies
    Neonatale convulsies
  • Open ductus Botalli
    Open ductus Botalli
  • Persisterende pulmonale hypertensie
    Persisterende pulmonale hypertensie
  • Post-hemorrhagische ventrikel dilatatie
    Post-hemorrhagische ventrikel dilatatie
  • Prematuren retinopathie (rop)
    Prematuren retinopathie (rop)
  • Prematuriteit
    Prematuriteit
  • Koeling
    Koeling
  • Overplaatsing van NICU naar afdeling Kikker
    Overplaatsing van NICU naar afdeling Kikker
  • Levensoriëntatie & Geestelijke Verzorging
    Levensoriëntatie & Geestelijke Verzorging
  • Aangepaste bezoektijden
    Aangepaste bezoektijden
  • Opening OK-centrum
    Opening OK-centrum
  • Beter in je lijf, beter in je hoofd
    Beter in je lijf, beter in je hoofd
  • Onderzoek afdeling psychiatrie
    Onderzoek afdeling psychiatrie
  • Kwaliteitsstatuut Psychiatrie patientenversie
    Kwaliteitsstatuut Psychiatrie patientenversie
  • Poli Ontwikkelingsstoornissen
    Poli Ontwikkelingsstoornissen
  • Zorgprogramma Prikkelverwerking
    Zorgprogramma Prikkelverwerking
  • Elektroconvulsietherapie
    Elektroconvulsietherapie
  • Richtlijn Suïcide-preventie
    Richtlijn Suïcide-preventie
  • Polikliniek afdeling Psychiatrie
    Polikliniek afdeling Psychiatrie
  • Dagdiagnostiek polikliniek Neuromusculaire Ziekten
    Dagdiagnostiek polikliniek Neuromusculaire Ziekten
  • Stemmen horen Jeugd
    Stemmen horen Jeugd
  • Verpleegafdeling Affectieve en psychotische stoornissen
    Verpleegafdeling Affectieve en psychotische stoornissen
  • Fysiotherapie bij cervicale wervelkolomchirurgie
    Fysiotherapie bij cervicale wervelkolomchirurgie
  • Fysiotherapie bij lumbale wervelkolomchirurgie
    Fysiotherapie bij lumbale wervelkolomchirurgie
  • Stemmen horen
    Stemmen horen
  • Wervelkolomchirurgie
    Wervelkolomchirurgie
  • Zorglijn A2 Acuut en Intensief Jeugd
    Zorglijn A2 Acuut en Intensief Jeugd
  • Hersentumor
    Hersentumor
  • Klinische behandeling bij ontwikkelingsstoornissen
    Klinische behandeling bij ontwikkelingsstoornissen
  • Traumatisch hoofdletsel
    Traumatisch hoofdletsel
  • Medicatie bij ADHD
    Medicatie bij ADHD
  • Vaktherapie psychiatrie
    Vaktherapie psychiatrie
  • Zorglijn ontwikkelingsstoornissen
    Zorglijn ontwikkelingsstoornissen
  • ADHD en ASS voor het onderwijs
    ADHD en ASS voor het onderwijs
  • ODD en CD bij Kinderen
    ODD en CD bij Kinderen
  • Hersenbloeding
    Hersenbloeding
  • Autisme
    Autisme
  • Epilepsiechirurgie bij kinderen
    Epilepsiechirurgie bij kinderen
  • ADHD
    ADHD
  • Hersencentrum_Zorg en revalidatie na een Herseninfarct
    Hersencentrum_Zorg en revalidatie na een Herseninfarct
  • Jaaroverzicht Hersenen 2016
    Jaaroverzicht Hersenen 2016
  • Beleidsplan 2016 Afdeling Psychiatrie
    Beleidsplan 2016 Afdeling Psychiatrie
  • Jaarbeeld Hersenen 2015
    Jaarbeeld Hersenen 2015
  • Verpleegkundige kwaliteitsindicatoren
    Verpleegkundige kwaliteitsindicatoren
  • Jaaroverzicht 2014
    Jaaroverzicht 2014
  • Jaaroverzicht 2013
    Jaaroverzicht 2013
  • Geboortecentrum
    Geboortecentrum
  • Neonatologie Intensive Care
    Neonatologie Intensive Care
  • Neonatologie High Care
    Neonatologie High Care
  • Neonatologie Medium Care
    Neonatologie Medium Care
  • Zwangerschap & Bevalling in het UMC Utrecht
    Zwangerschap & Bevalling in het UMC Utrecht
  • Telebaby
    Telebaby
  • Borstvoeding
    Borstvoeding
  • Ontwikkelingsgerichte zorg
    Ontwikkelingsgerichte zorg
  • Rechten in de zorg
    Rechten in de zorg
  • Wall of Fame
    Wall of Fame
  • Verhalen uit het Geboortecentrum
    Verhalen uit het Geboortecentrum
  • Flesvoeding
    Flesvoeding
  • Wasvoorschriften voor ouders
    Wasvoorschriften voor ouders
  • Rotavirus vaccinatie
    Rotavirus vaccinatie
  • Publicaties
  • Geboortecentrumfolders
  • OpeningGOK
  • Hersencentrum
  • divisiehersenen
  • geboortecentrum

4

Anesthesie bij een keizersnede

Pijnbestrijding na de operatie

 

 

Er zijn verschillende manieren om na een keizersnede de pijn te bestrijden :

-Je kunt een langdurig werkende pijnstiller krijgen via een spinale ruggenprik of katheter.

-Soms blijft de epidurale katheter zitten om deze te gebruiken voor de toediening van pijnstilling na de operatie.

-Je krijgt tijdens de operatie paracetamol via het infuus toegediend.

-Je krijgt via het infuus een PCA (patient-controlled analgesia) pomp met morfine aangesloten. Hier zit een drukknop aan bevestigt zodat jezelf de hoeveelheid kunt regelen (als je niet drukt, krijg je geen morfine). Je mag alleen zelf op de knop drukken. De PCA-pomp bevat een lock-out systeem, wat inhoudt dat na een keer drukken de bolusfunctie gedurende 5-10 minuten is uitgeschakeld (vanwege veiligheidsredenen). Heb je pijn, dan drukt je op de knop, waarna het maximale effect na ongeveer 15 minuten bereikt is. Indien het resultaat onvoldoende is, drukt dan meer frequent op de knop.

-Daarnaast krijg je op de afdeling tabletten, zoals diclofenac, paracetamol.

 

Voordelen van plaatselijke verdoving ten opzichte van algehele narcose:

-Een ruggenprik is meestal veiliger voor jou en je baby.

-De ruggenprik maakt het mogelijk dat jullie de geboorte samen met je partner kunt beleven.

-Je bent na afloop niet slaperig.

-Je kunt je baby zo spoedig mogelijk in je armen nemen.

-Na afloop krijgt je doeltreffende pijnbestrijding.

-Je baby is alerter wanneer hij/zij geboren wordt.

 

 

Nadelen van plaatselijke verdoving ten opzichte van algehele narcose

 

-Door een ruggenprik kan je bloeddruk dalen. Dit kan echter gemakkelijk worden gecorrigeerd.

-Het duurt over het algemeen iets langer voordat de verdoving gaat werken, waardoor het ook langer duurt om je voor de operatie gereed te maken dan bij volledige narcose.

-In sommige gevallen voel je je door de plaatselijke verdoving wat zwak.

-Soms komt het voor dat de verdoving niet goed genoeg werkt, zodat het team alsnog moet besluiten om tot volledige narcose over te gaan.

-Bij ongeveer vier op de tien vrouwen met epidurale anesthesie en twee op de tien vrouwen met spinale anesthesie wordt de plek op de rug waar de naald naar binnen gaat gevoelig. Deze plek kan enkele weken of zelfs maanden gevoelig blijven.

 

Een baby via een keizersnede ter wereld brengen is een veilige methode en kan bijzonder veel voldoening geven. Veel vrouwen kiezen ervoor om tijdens de operatie wakker te blijven. Voor anderen kan het om de hierboven genoemde redenen noodzakelijk zijn om tijdens de operatie te slapen. We hopen dat dit boekje zal helpen de keuze te maken die voor jou het beste is wanneer bij jou tot een keizersnede wordt besloten.

 

De risico’s van een plaatselijke verdoving worden in de onderstaande vermeld. De informatie is afkomstig uit de hieronder genoemde publicaties. De gegevens in de tabel betreffen schattingen en kunnen per ziekenhuis verschillen.

 

De risico’s van een plaatselijke verdoving worden in de onderstaande vermeld. De informatie is afkomstig uit de hieronder genoemde publicaties. De gegevens in de tabel betreffen schattingen en kunnen per ziekenhuis verschillen.

•Holdcroft A, Gibberd FB, Hargrove RL, Hawkins DF, Dellaportas CI. ‘Neurological complications associated with pregnancy.’ British Journal of Anaesthesia 1995, hoofdstuk 75, pag. 522-526.

•Jenkins K, Baker AB. ‘Consent and anaesthetic risk.’ Anaesthesia 2003, hoofdstuk 58, pag. 962-984.

•Jenkins JG, Khan MM. ‘Anaesthesia for Caesarean section: a survey in a UK region from 1992 to 2002.’ Anaesthesia 2003, hoofdstuk 58, pag. 1114-1118.

•Jenkins JG. ‘Some immediate serious complications of obstetric epidural analgesia and anaesthesia: a prospective study of 145,550 epidurals.’ International Journal of Obstetric Anesthesia 2005, hoofdstuk 14, pag. 37-42.

•Reynolds F. ‘Infection a complication of neuraxial blockade.’ International Journal of Obstetric Anesthesia 2005, hoofdstuk 14, pag. 183-188.

 

 

Risico’s van epidurale of spinale anesthesie voor pijnbestrijding tijdens de bevalling.

- Aanzienlijke daling van de bloeddruk.

1 op de 5 vrouwen (spinale anesthesie) is algemeen.

1 op de 50 vrouwen (epidurale anesthesie) komt af en toe voor.

- Verlicht de pijn bij de keizersnede onvoldoende, zodat andere vormen van pijnbestrijding noodzakelijk zij.

1 op de 20 vrouwen (epidurale anesthesie) soms.

1 op de 100 vrouwen (spinale anesthesie)komt af en toe voor.

- Zware hoofdpijn.

1 op de 100 vrouwen (epidurale anesthesie).

1 op de 500 vrouwen (spinale anesthesie) is beide ongebruikelijk.

- Zenuwbeschadiging. (gevoelloze plek op been of voet of een slap gevoel in een been);

Gevolgen houden langer dan zes maanden aan.

Tijdelijk: 1 op de 1000 vrouwen, is zeldzaam.

Permanent: 1 op de 13.000 vrouwen, is zeldzaam.

- Epiduraal abces (infectie).

1 op de 50.000 vrouwen, is zeer zeldzaam.

- Meningitis (hersenvliesontsteking).

1 op de 100.000 vrouwen is zeer zeldzaam.

- Epiduraal hematoom (bloedstolsel).

1 op de 170.000 vrouwen is zeer zeldzaam.

- Onvoorziene bewusteloosheid.

1 op de 5.000 vrouwen is zeldzaam.

- Ernstig letsel, waaronder verlamming.

1 op de 250.000 vrouwen is extreem zeldzaam.

 

De informatie uit de publicaties bevat geen nauwkeurige cijfers met betrekking tot alle hierboven vermelde risico’s. De genoemde cijfers zijn slechts schattingen en kunnen per ziekenhuis verschillen.

 

•Ruppen W, Derry S, McQuay H, Moore RA. ‘Incidence of epidural hematoma, infection, and neurologic injury in obstetric patients with epidural analgesia/ anesthesia.’ Anaesthesia 2006, hoofdstuk 105, pag. 394-399.

 

Uit een landelijk onderzoek blijkt dat het risico van blijvend letsel bij plaatselijke verdoving bij zwangere vrouwen lager is dan bij andere groepen patiënten [Cook TM, Counsell D, Wildsmith JAW. ‘Major complications of central neuraxial block: report on the third National Audit Project of the Royal College of Anaesthetists.’ British Journal of Anaesthesia 2009; hoofdstuk 102, pag. 179-190].

 

Risico’s van algehele narcose

- Zere keel.

1 op de 5 vrouwen is algemeen.

- Misselijkheid.

1 op de 10 vrouwen is algemeen.

- Problemen met de luchtwegen met als gevolg een laag zuurstofgehalte van het bloed.

1 op de 300 vrouwen is ongebruikelijk.

- Vloeistof die vanuit de maag in de longen komt; ernstige longontsteking.

1 op de 300 vrouwen is ongebruikelijk.

- Hoornvliesbeschadiging (krasje op het oog).

1 op de 600 vrouwen is ongebruikelijk.

- Tandbeschadiging.

1 op de 4.500 vrouwen is zeldzaam.

- Bewustzijn (wakker zijn gedurende een deel van de narcose).

1 op de 250 tot 1000 vrouwen is zeldzaam.

- Anafylaxie (een ernstige allergische reactie).

1 op de 10.000 tot 20.000 vrouwen is zeer zeldzaam.

- Overlijden of hersenbeschadiging.

Overlijden: minder dan 1 op de 100.000 vrouwen.

Zeer zeldzaam (1 of 2 gevallen per jaar in het Verenigd Koninkrijk).

hersenbeschadeging, zeer zeldzaam (geen exacte cijfers bekend).

 

 

Deze brochure is samengesteld door de subcommissie Informatie voor Moeders van de Obstetric Anaesthetists’ Association. In Nederland is deze vertaald door de sectie obstetrische anesthesie van de NVA en is nadien aangepast aan de werkwijzen in het WKZ van het UMCU.

 

 

Website: www.oaaformothers.info

Na de operatie

 

 

Na de operatie ga je naar de uitslaapkamer, waar onder andere de bloeddruk voortdurend in de gaten wordt gehouden.

Wanneer het medisch verantwoord is, zullen je partner en baby je daar gezelschap blijven houden. De baby is ondertussen getemperatuurd, gewogen, heeft vitamine K gekregen en een naambandje om gekregen. De baby heeft een luier aan en een mutsje op en ligt in warme doeken bij je partner of in een wiegje. Wanneer de baby bij jou ligt, kan je borstvoeding geven als je dat wilt.

 

In de uitslaapkamer raakt de verdoving langzaam uitgewerkt. Je krijgt dan wellicht een tintelend en jeukend gevoel. Binnen enkele uren kan je je benen weer bewegen.

 

“s Avonds en ‘s nachts kan het zijn dat je na de operatie op de operatie kamer zelf nog enige tijd in de gaten wordt gehouden. Het is dan niet mogelijk om op de uitslaapkamer toezicht te houden.

 

De pijnstillers die via de ruggenprik zijn toegediend, blijven nog enkele uren doorwerken. Op de uitslaapkamer krijg je een pomp met morfine die jezelf kunt bedienen. Het is beter regelmatig iets tegen de pijn te nemen dan te wachten tot de pijn te heftig is. De middelen die u krijgt, hebben geen gevolgen voor je baby wanneer je borstvoeding geeft.

 

 

 

Tijdens de operatie

 

 

Bij een plaatselijke verdoving mag je partner tijdens het prikken in de operatiekamer bij jou zijn. Daarna wordt je partner gevraagd naast jou achter de steriele doeken te zitten en bepaalde delen van de operatiekamer niet te betreden, om besmetting van steriele operatie-instrumenten te voorkomen. Bij een algehele narcose wordt je partner gevraagd tijdens het in slaap maken in een andere ruimte te wachten. Daarna mag je partner naast je komen zitten om de geboorte mee te maken.

 

Voor de verdoving wordt je verzocht om te zitten of met een gekromde rug of op je zij te gaan liggen. De anesthesist brengt een ontsmettingsmiddel op je rug aan dat koud aanvoelt. De anesthesist zoekt vervolgens een geschikt punt in het midden van de onderrug en geeft soms een kleine lokale injectie om de huid gevoelloos te maken. Dit kan heel even een stekend gevoel veroorzaken.

 

Vervolgens wordt bij de spinale anesthesie een heel dunne naald in de rug geplaatst. Mogelijk voel je een lichte tinteling in een van uw benen wanneer de naald naar binnen gaat, alsof u een elektrisch schokje krijgt. Vertel de anesthesist wanneer dit gebeurt. Het is echter belangrijk dat je stil blijft zitten of liggen terwijl de anesthesist de ruggenprik toedient. Als de naald op de juiste plaats zit, injecteert de anesthesist een lokale verdoving en een pijnstillend middel, waarna de naald wordt verwijderd. Dit hele proces duurt meestal enkele minuten, maar als de juiste plek voor de injectie niet meteen kan worden gevonden, duurt het langer.

 

Bij een epidurale ruggenprik (of gecombineerde spinale/epidurale verdoving) gebruikt de anesthesist een dikkere naald met daarin een dunner naaldje. Via de epidurale katheter (een buisje) wordt het verdovende middel tussen twee wervels door langs de zenuwen in de wervelkolom gebracht. Net als bij de spinale ruggenprik geeft dit soms een tintelend gevoel of klein elektrisch schokje in je been. Het is belangrijk dat je niet beweegt terwijl de anesthesist de katheter aanbrengt, maar wanneer die eenmaal op zijn plek zit wordt de naald verwijderd en hoeft je niet meer stil te blijven liggen.

 

Je merkt zelf wel wanneer de ruggenprik begint te werken, want je benen gaan dan heel zwaar en warm aanvoelen. Ze kunnen ook gaan tintelen. Geleidelijk verspreidt de gevoelloosheid zich door je lichaam. De anesthesist controleert of de gevoelloosheid zich tot het midden van uw borstkas heeft uitgebreid voordat de operatie begint. Het is soms noodzakelijk van houding te veranderen om ervoor te zorgen dat de verdoving goed werkt. Het team neemt regelmatig uw bloeddruk op. Soms komt de verdoving zo hoog dat het lijkt of ademhalen moeilijk gaat. Dit is vervelend, maar kan geen kwaad.

 

Voor de operatie wordt je op je rug gelegd en naar links gedraaid. Als je je op welk moment dan ook misselijk voelt, moet je dit tegen de anesthesist zeggen. Een gevoel van misselijkheid wordt vaak veroorzaakt door een daling van de bloeddruk. De anesthesist zorgt dan dat de bloeddruk weer op peil wordt gebracht.

 

Tot de baby geboren is, kan je zuurstof toegediend krijgen via een doorzichtig kunststof masker. Dit zorgt er ook voor dat de baby vóór de geboorte voldoende zuurstof heeft.

 

Spoedkeizersnede

 

Een spoedkeizersnede is een keizersnede die tot een dag of twee vóór de operatie niet gepland is. De mate van urgentie kan sterk variëren. Een minder urgente spoedkeizersnede kan op vrijwel dezelfde wijze worden uitgevoerd als een geplande keizersnede. Er zijn echter ook operaties die heel snel moeten worden uitgevoerd, bijvoorbeeld binnen een uur na het besluit daartoe of, maar dat gebeurt zelden, zo spoedig mogelijk. De meest voorkomende reden voor een spoedkeizersnede is een plotseling probleem dat zich bij de baby voordoet (soms ‘foetale nood’ genoemd).

 

In het geval van een zeer urgente keizersnede is het mogelijk dat de voorbereidingen die normaal gesproken worden getroffen, gewijzigd worden of zelfs achterwege worden gelaten. Er wordt in een bloedvat van je hand of arm een infuus aangebracht, als dat nog niet is gedaan. Wellicht krijg je zuurstof toegediend via een nauwsluitend zuurstofmasker. Als je al een ruggenprik hebt gekregen tegen de pijn tijdens de bevalling en deze goed werkt, kan de anesthesist proberen via de katheter voldoende verdoving toe te dienen voor een spoedkeizersnede. Je krijgt dan een grote dosis sterke plaatselijke verdoving, zodat de pijnblokkade sterk genoeg is voor de operatie. De anesthesist moet beslissen of er genoeg tijd is om verdoving via een katheter toe te voegen of u alsnog een ruggenprik te geven als je geen katheter hebt of als de pijnbestrijding via de katheter onvoldoende is. Als er geen tijd is voor een plaatselijke verdoving, wordt er gekozen voor volledige narcose.

 

Soms, als grote haast geboden is, heeft het team geen tijd om aan jou en je partner volledig uit te leggen wat er gaande is. Het is dan ook mogelijk dat je partner in de babyopvangruimte moet wachten terwijl jij wordt geopereerd. Dit kan voor jullie verontrustend of onprettig zijn, maar de medewerkers zullen na afloop precies uitleggen wat er is gebeurd en waarom.

 

Electieve (geplande) keizersnede

 

Beoordeling

Normaal gesproken bezoekt je het ziekenhuis voordat je wordt geopereerd. Je krijgt uitleg over wat je kunt verwachten op de dag van de operatie. Er zal bloed bij jou worden afgenomen dat voorafgaande aan de operatie zal worden onderzocht.

 

Bezoek aan het pre-operatieve anesthesie spreekuur

Voordat de keizersnede plaatsvindt, heb je contact met de anesthesist. Tijdens dit gesprek worden jouw medische voorgeschiedenis en eventuele narcoses die je in het verleden hebt ondergaan, besproken. Mogelijk moet je nader worden onderzocht of tests ondergaan. De anesthesist bespreekt ook de verschillende soorten verdoving die voor jou van toepassing zijn en beantwoordt al je vragen.

 

De dag zelf

Op de dag van de operatie word je om 6.30 uur op de afdeling verwacht. Je mag die ochtend niet ontbijten. Wel mag je nog thee, koffie (zonder melk),water of appelsap drinken tot 6 uur en daarna nog slokjes water. Bij opname wordt nog een keer bloed afgenomen om te kunnen kruisen met bloed op het laboratorium, voor het geval bloed tijdens of na de operatie toegediend moet worden. Dit gebeurt zelden.

Je krijgt een naambandje om je pols. Sieraden en make-up moeten verwijderd worden. Op de afdeling krijgt je een infuus. Meestal wordt een blaaskatheter op de afdeling geplaatst. In sommige gevallen zal deze op de operatiekamer geplaatst worden nadat de verdoving gegeven is. Het infuus en de blaaskatheter blijven tot de volgende ochtend zitten. Soms wordt een drankje gegeven om de inhoud van de maag minder zuur te maken. Dit is nodig bij zwangeren met een hoge BMI (hoog gewicht bij een bepaalde lengte) en als een algehele narcose gepland is. Je krijgt operatiekamerkleding om aan te trekken. Je partner (of de persoon die je tijdens de bevalling bij je wilt hebben) mag met jou en de verpleegkundige naar de operatiekamer. Ook deze partner krijgt speciale operatiekamerkleding die hij/zij in de operatiekamer moet dragen.

 

Op de holding van het operatiekamer complex zal nogmaals gecheckt worden of je de juiste persoon voor de juiste ingreep bent.

 

In de operatiekamer zijn veel mensen aan het werk:

-De verpleegkundige zorgt voor u en je baby.

-De anesthesist heeft een assistent.

-De gynaecoloog heeft een assistent en een OK-verpleegkundige.

-Een andere OK-verpleegkundige is verantwoordelijk voor het halen en aangeven van extra materialen. Er zijn dus minstens zeven medewerkers in de operatiekamer.

 

In de operatiekamer wordt apparatuur op je aangesloten om je bloeddruk, hartslag en de hoeveelheid zuurstof in je bloed te meten. Dat doet geen pijn. Vervolgens begint de anesthesist met de verdoving.

 

 

 

 

 

 

Soorten anesthesie

 

Er bestaan twee hoofdcategorieën anesthesie: je blijft wakker (een plaatselijke verdoving) of je slaapt (een algehele of volledige narcose).

Bij een keizersnede wordt normaal gesproken een plaatselijke verdoving gebruikt. Daarbij blijft je volledig bij kennis terwijl het onderste gedeelte van jouw lichaam gevoelloos is. Dit is meestal veiliger voor jou en voor jouw baby en bovendien stelt het jou en jouw partner in staat de geboorte samen te beleven.

 

Er zijn drie vormen van plaatselijke verdoving:

1.Spinale anesthesia: dit is de meest gebruikte methode. Spinale anesthesie kan worden toegepast bij zowel een geplande keizersnede als een spoedkeizersnede. De zenuwen die prikkels (en dus ook het gevoel) doorgeven van het onderlichaam naar de hersenen zitten in een soort zakje met vloeistof in de wervelkolom. Via een heel dunne naald injecteert de anesthesist de plaatselijke verdoving in dit zakje met vloeistof. Deze methode werkt snel en er is maar een kleine dosis nodig.

 

2.Epidurale anesthesie: hierbij wordt er een katheter (dun, kunststof slangetje) geplaatst, waarlangs het verdovingsmiddel bij de zenuwen in de wervelkolom wordt gebracht. Via de katheter kunnen medicijnen al naar gelang de behoefte worden toegediend. Een epidurale verdoving wordt vaak gebruikt voor pijnbestrijding tijdens de bevalling door middel van een lichte, lokaal verdovende oplossing. Als jouw baby via de keizersnede ter wereld komt, kan de anesthesist via de epidurale katheter een sterkere lokaal verdovende oplossing toedienen. Bij epidurale anesthesie is een hogere dosis plaatselijke verdoving nodig dan bij spinale anesthesie en bovendien duurt het ook langer voordat deze begint te werken.

 

3.Spinale/epidurale anesthesie: een combinatie van beide bovengenoemde varianten. Bij deze ruggenprikmethode treedt de gevoelloosheid snel in, waarna de keizersnede kan worden uitgevoerd. De epidurale katheter kan worden gebruikt om indien noodzakelijk meer verdoving toe te dienen en om na de operatie pijnstillende middelen toe te dienen. Deze methode wordt zelden toegepast.

 

Plaatselijke verdoving en keizersnede

Bij een plaatselijke verdoving mag je partner tijdens het prikken in de operatiekamer bij je zijn. Daarna wordt je partner gevraagd naast jou achter de steriele doeken te zitten en bepaalde delen van de operatiekamer niet te betreden, om besmetting van steriele operatie-instrumenten te voorkomen. Bij een algehele narcose wordt je partner gevraagd tijdens het in slaap maken in een andere ruimte te wachten. Daarna mag je partner naast je komen zitten om de geboorte mee te maken.

 

Voor de verdoving wordt je verzocht om te zitten of met een gekromde rug of op de zij te gaan liggen. De anesthesist brengt een ontsmettingsmiddel op je rug aan dat koud aanvoelt. De anesthesist zoekt vervolgens een geschikt punt in het midden van de onderrug en geeft je soms een kleine lokale injectie om de huid gevoelloos te maken. Dit kan heel even een stekend gevoel veroorzaken.

 

Vervolgens wordt bij de spinale anesthesie een heel dunne naald in je rug geplaatst. Mogelijk voel je een lichte tinteling in een van je benen wanneer de naald naar binnen gaat, alsof je een elektrisch schokje krijgt.

 

Vertel altijd de anesthesist wanneer dit gebeurt. Het is echter belangrijk dat je stil blijft zitten of liggen terwijl de anesthesist de ruggenprik toedient. Als de naald op de juiste plaats zit, injecteert de anesthesist een lokale verdoving en een pijnstillend middel, waarna de naald wordt verwijderd. Dit hele proces duurt meestal enkele minuten, maar als de juiste plek voor de injectie niet meteen kan worden gevonden, duurt het langer.

 

Bij een epidurale ruggenprik (of gecombineerde spinale/epidurale verdoving) gebruikt de anesthesist een dikkere naald met daarin een dunner naaldje. Via de epidurale katheter (een buisje) wordt het verdovende middel tussen twee wervels door langs de zenuwen in de wervelkolom gebracht. Net als bij de spinale ruggenprik geeft dit soms een tintelend gevoel of klein elektrisch schokje in uw been. Het is belangrijk dat je niet beweegt terwijl de anesthesist de katheter aanbrengt, maar wanneer die eenmaal op zijn plek zit wordt de naald verwijderd en hoef je niet meer stil te blijven liggen.

 

Je merkt zelf wanneer de ruggenprik begint te werken, want je benen gaan dan heel zwaar en warm aanvoelen. Ze kunnen ook gaan tintelen. Geleidelijk verspreidt de gevoelloosheid zich door het lichaam. De anesthesist controleert of de gevoelloosheid zich tot het midden van je borstkas heeft uitgebreid voordat de operatie begint. Het is soms noodzakelijk van houding te veranderen om ervoor te zorgen dat de verdoving goed werkt. Het team neemt regelmatig de bloeddruk op. Soms komt de verdoving zo hoog dat het lijkt of ademhalen moeilijk gaat. Dit is vervelend, maar kan geen kwaad.

 

Voor de operatie wordt je op je rug gelegd en naar links gedraaid. Wanneer je op welk moment dan ook misselijk voelt, moet je dit tegen de anesthesist zeggen. Een gevoel van misselijkheid wordt vaak veroorzaakt door een daling van de bloeddruk. De anesthesist zorgt dan dat de bloeddruk weer op peil wordt gebracht.

 

Tot de baby geboren is, kan je eventueel zuurstof toegediend krijgen via een doorzichtig kunststof masker. Dit zorgt ervoor dat de baby vóór de geboorte voldoende zuurstof heeft.

 

Algehele narcose

Bij een algehele of volledige narcose slaapt u terwijl de gynaecoloog de keizersnede uitvoert. Algehele narcose wordt tegenwoordig minder vaak toegepast en is bijvoorbeeld noodzakelijk in noodgevallen of wanneer een plaatselijke verdoving voor jou niet geschikt is.

 

Er zijn verschillende redenen waarom volledige narcose zou moeten toegepast:

-Als je een bepaalde aandoening hebt waarbij het bloed niet goed kan stollen, heeft een algehele narcose de voorkeur.

-Als er plotseling tot een keizersnede wordt besloten, is er wellicht onvoldoende tijd om te wachten tot de plaatselijke verdoving begint te werken.

-Door afwijkingen in je rug kan het moeilijk of onmogelijk zijn om een plaatselijke verdoving toe te dienen.

-Soms kan een ruggenprik niet op de juiste plaats worden toegediend of werkt deze niet goed.

 

De meeste voorbereidingen komen overeen met die voor een plaatselijke verdoving. De anesthesist laat je enkele minuten via een masker zuurstof inademen. Wanneer de gynaecoloog en het hele team voor de operatie gereed zijn, doet de anesthesist de verdoving in het infuus om jou in slaap te brengen. Net voordat je in slaap valt, kan het zijn dat de assistent van de anesthesist licht op uw hals duwt. Dit is om te voorkomen dat vloeistof uit je maag in je longen terechtkomt. De verdoving begin snel te werken.

 

Wanneer je slaapt, plaatst de anesthesist een buisje in je luchtpijp en wordt je via een apparaat beademd. De anesthesist houdt de narcose in stand, zodat je blijft slapen terwijl de gynaecoloog je baby veilig geboren laat worden. Daar merkt daar op dat moment echter niets van. Als je wakker wordt, is het mogelijk dat je keel vanwege het inmiddels verwijderde buisje onprettig aanvoelt en kun je pijn hebben als gevolg van de operatie. Wellicht voel je je ook slaperig en misschien ook een tijdje wat misselijk, maar spoedig zal je weer de oude zijn. Je wordt naar de uitslaapkamer gebracht waar je met baby en partner wordt herenigd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inleiding

 

Ongeveer één op de vijf baby’s komt via een keizersnede ter wereld. Twee derde van deze keizersneden zijn onvoorzien. Het is daarom nuttig dit boekje te lezen, ook wanneer je niet verwacht dat jouw baby met een keizersnede zal worden geboren.

 

Een kindje krijgen is een onvergetelijke ervaring

 

Een keizersnedebevalling kan net zo veel voldoening geven als een normale bevalling. Indien blijkt dat een keizersnede noodzakelijk is, mag dat niet aanvoelen als een teleurstelling voor jezelf of voor anderen. De veiligheid van jou en jouw baby staat voorop. Een keizersnede is de beste optie om veiligheid te garanderen.

 

Er zijn verschillende vormen van verdoving voor een keizersnede. In deze brochure worden deze vormen en wat er tijdens de verdoving gebeurt, beschreven. Je kunt de verschillende vormen van verdoving met jouw anesthesist bespreken.

 

Het is mogelijk dat de keizersnede vooraf wordt gepland. Dit wordt een electieve keizersnede genoemd. De gynaecoloog kan een keizersnede aanbevelen wanneer het vermoeden bestaat dat er bij een normale bevalling problemen kunnen optreden, bijvoorbeeld wanneer jouw baby in een latere fase van de zwangerschap in een afwijkende positie ligt.

 

In sommige gevallen blijkt pas op het allerlaatste moment dat de gynaecoloog tot een keizersnede moet beslissen, vaak wanneer de weeën al zijn begonnen. Dit wordt een spoedkeizersnede genoemd. Een spoedkeizersnede kan noodzakelijk zijn wanneer de bevalling te traag verloopt, wanneer de toestand van de baby verslechtert of bij een combinatie van deze twee omstandigheden.

 

Jouw gynaecoloog zal met jou bespreken waarom een keizersnede de voorkeur heeft en zal je vóór de operatie om toestemming vragen.

 

 

 

 

 

 

 

Pijnbestrij-ding na de operatie

Na de operatie

De operatie

Geplande keizer-snede

Soorten Anesthesie

Inleiding

  • MENU
  • 2 - 2
  • Share
Overzicht edities

Miskraam

Weer thuis na de bevalling

Beter in je lijf, beter in je hoofd

Prenataalonderzoek

Onderzoek afdeling psychiatrie

Kwaliteitsstatuut Psychiatrie patientenversie

Poli Ontwikkelingsstoornissen

Team Interactieve Media 2016

Jaarbeeld 2016 afdeling Genetica

Voeding voor uw baby

testen op HIV

Jaaroverzicht Hersenen 2016

Speerpunt Cancer Center

zwangerschaps cholestase

Jaarbeeld Urologie 2015

Jaarbeeld Cardiologie 2015

Rechten in de zorg

Geboortecentrum

Zwangerschap & Bevalling in het UMC Utrecht

schildklierafwijkingen in de zwangerschap

Anesthesie bij de keizersnede

Annual Report Heart & Lungs 2015

Jaarbeeld Hart & Longen 2015

Opening OK-centrum

Duurzaamheidsverslag 2015, UMC Utrecht

zwanger en een hoge body-mass index (BMI)

bloedverlies tijdens de gevorderde zwangerschap

Sterilisatie

SSRI medicatie tijdens en na de zwangerschap

De baby voelen bewegen

Zwanger van een te kleine baby

Beleidsplan 2016 Afdeling Psychiatrie

Jaarbeeld Hersenen 2015

Strategie facilitair bedrijf

Serotien, zwangerschap van 40 weken en meer

alcohol, roken en drugs tijdens de zwangerschap

Bekkenpijn, bekkeninstabiliteit tijdens de zwangerschap

Tweelingzwangerschap en andere meerlingen

Totaalruptuur

myomen ( tijdens de zwangerschap)

Zorgprogramma Prikkelverwerking

Jaarbeeld Cardiologie 2014

Prematuren weeën en premature geboorte

Zwanger en diabetes

Vaginale kunstverlossing

Stuitligging en versie

Patient Centraal

Bloedgroep, rhesus factor en irregulaire antistoffen

zwangerschap beïndiging onder de 24 weken

Echoscopie tijdens de zwangerschap

Maatschappelijkwerk in het WKZ geboortecentrum

Verlies van uw baby

Obductie

Groep-B streptokok in de zwangerschap

Wanneer contact opnemen, en wat mee te nemen als de bevalling begint.

Pijnbestrijding tijdens de bevalling met medicijnen

Voeding voor de zwangere

Jaarbeeld divisie Vrouw & Baby 13/14

Heart & Lungs in business, annual report 2014

Hart & Longen in bedrijf, jaarbeeld 2014

Gebroken vliezen bij een zwangerschap

Hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap

Inleiding van de bevalling

Keizersnede

Elektroconvulsietherapie

Richtlijn Suïcide-preventie

Opname op verloskunde

Polikliniek afdeling Psychiatrie

Overplaatsing van de IC of HC naar de MC

Rickham reservoir

MRI

VP drain

Fototherapie

Richtlijnen en adviezen bij ontslag naar huis

Sepsis

Bronchopulmonale dysplasie

Hersenbloeding bij een pasgeborene

IRDS

Meconiumaspiratiesyndroom

Necrotiserende enterocolitis

Neonatale convulsies

Open ductus Botalli

Persisterende pulmonale hypertensie

Post-hemorrhagische ventrikel dilatatie

Prematuren retinopathie (rop)

Prematuriteit

Geboortecentrum

Neonatologie Intensive Care

Neonatologie High Care

Neonatologie Medium Care

Zwangerschap & Bevalling in het UMC Utrecht

Telebaby

Borstvoeding

Ontwikkelingsgerichte zorg

Rechten in de zorg

Wall of Fame

Verpleegkundige kwaliteitsindicatoren

Dagdiagnostiek polikliniek Neuromusculaire Ziekten

Stemmen horen Jeugd

Verhalen uit het Geboortecentrum

Resultaten in balans

Jaaroverzicht 2014

Flesvoeding

Jaarbeeld Cardiologie 2013

Annual report Cardiology 2013

Jaarbeeld Cardiologie 2013 A4

Jaarbeeld Hart & Longen 2013

Annual report Heart & Lungs 2013

Verpleegafdeling Affectieve en psychotische stoornissen

Fysiotherapie bij cervicale wervelkolomchirurgie

Fysiotherapie bij lumbale wervelkolomchirurgie

Wasvoorschriften voor ouders

Stemmen horen

Wervelkolomchirurgie

Zorglijn A2 Acuut en Intensief Jeugd

Hersentumor

Klinische behandeling bij ontwikkelingsstoornissen

Koeling

Jaaroverzicht 2013

Traumatisch hoofdletsel

Medicatie bij ADHD

Vaktherapie psychiatrie

Zorglijn ontwikkelingsstoornissen

ADHD en ASS voor het onderwijs

Overplaatsing van NICU naar afdeling Kikker

ODD en CD bij Kinderen

Levensoriëntatie & Geestelijke Verzorging

Hersenbloeding

Autisme

Epilepsiechirurgie bij kinderen

ADHD

Hersencentrum_Zorg en revalidatie na een Herseninfarct

Aangepaste bezoektijden

Rotavirus vaccinatie